In de periode 29 januari-18 februari maken ongeveer 170.000 leerlingen in groep 8 van de basisschool voor het eerst de doorstroomtoets. Deze toets wordt eerder in het jaar gemaakt, waardoor leerlingen zich tegelijkertijd met hun definitieve schooladvies kunnen aanmelden bij de middelbare school. Dat gebeurt in de laatste week van maart. Het idee is dat zo alle leerlingen evenveel kans maken op een plek op de school van hun voorkeur.
In voorgaande jaren werd de toenmalige eindtoets afgenomen in april of mei. Leerlingen hadden zich dan al bij het voortgezet onderwijs aangemeld met hun voorlopige schooladvies. Afhankelijk van het resultaat op de eindtoets kon het schooladvies worden bijgesteld. Als leerlingen dit eerder hadden geweten, hadden ze een eerlijkere kans gehad om op de school en schooltype van hun voorkeur terecht te komen, is de gedachte.
Onderwijsminister Mariëlle Paul benadrukt dat leraren als geen ander weten welk schooltype bij welke leerling past en dat de doorstroomtoets een laatste check is. Als een leerling de toets beter maakt dan verwacht, is de school voortaan verplicht het advies bij te stellen. Alleen in het belang van de leerling kan hiervan worden afgeweken.
De minister zegt ook dat het belangrijk is dat middelbare scholen steeds blijven kijken waar leerlingen staan en dat zij makkelijker van schooltype kunnen wisselen als dat nodig is. ‘Zo leggen we minder druk op onze leerlingen en kan ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelen’, aldus Paul.
Er is gekozen voor de term ‘doorstroomtoets’ in plaats van ‘eindtoets’ om aan te geven dat groep 8 van de basisschool niet een eindstation is, maar dat leerlingen zich doorontwikkelen naar het voortgezet onderwijs.
Op de website van de Rijksoverheid staat een visuele weergave van de veranderingen in de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs.