Het vrijwel gratis maken van kinderopvang (waartoe buitenschoolse opvang behoort) kan nadelig zijn voor de ontwikkeling van kinderen en hun kansengelijkheid. Bovendien zal het nauwelijks een positief effect hebben op de arbeidsparticipatie van ouders. Dat melden het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) die hier onderzoek naar hebben gedaan.
Het kabinet wil de vergoeding voor kinderopvang loskoppelen van de inkomens van ouders. De kinderopvangtoeslag zou moeten verdwijnen en in plaats daarvan zouden 96% van de maximumuurprijs moeten worden vergoed. Het geld zou direct naar de kinderopvangorganisaties moeten gaan. De vergoeding gaat gelden voor alle kinderen tussen 0 en 12 jaar van werkende ouders, ook voor de buitenschoolse opvang. Het plan was om het nieuwe systeem in 2025 in te voeren, maar dat bleek niet haalbaar. Nu wordt aangestuurd op invoering in 2027.
€ 2,5 miljard
Het CPB en het SCP komen nu met onderzoeksresultaten die hele plan wel eens op losse schroeven zouden kunnen zetten. Het idee dat de stelselwijziging goed zou zijn voor de ontwikkeling van kinderen en hun kansengelijkheid blijkt namelijk niet waar te maken. Bovendien is het maar zeer de vraag of de arbeidsparticipatie van ouders (in de praktijk met name moeders) erdoor kan toenemen. Volgens de onderzoekers zal het positief effect hierop maar 0,2% zijn, terwijl de hele operatie € 2,5 miljard zou gaan kosten.
Het CPB en het SCP wijzen daarnaast op het risico dat de hoge inkomensonafhankelijke vergoeding kan leiden tot een enorme toename van de vraag naar kinderopvang, met prijsstijgingen, wachtlijsten en daling van de kwaliteit tot gevolg. Dit pakt volgens de onderzoekers ongunstig uit voor met name de kinderen die het meeste kunnen profiteren van goede kinderopvang. Met andere woorden: het kan leiden tot grote kansenongelijkheid.
De onderzoekers adviseren daarom het kabinet om de stelselherziening te heroverwegen.