De discussie over de Syrische ‘kindbruiden’ die naar Nederland komen, benadrukt ook voor het onderwijs het belang van kinderrechten en mensenrechten.
Het nieuws over tientallen tienermeisjes uit Syrië die hier herenigd zouden worden met hun vaak veel oudere echtgenoten die al in Nederland zijn, kwam van RTV Noord. De regionale zender baseerde zich op een interne notitie van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst.
Het bericht veroorzaakte – terecht – verontwaardiging. Het zijn vaak getraumatiseerde kinderen die onder dwang zijn getrouwd. Het mag duidelijk zijn dat dit onverteerbaar is. In de politiek werd er daarom direct voor gepleit om deze meisjes op een veilige plaats bescherming te bieden en hen dus niet naar hun echtgenoten te laten gaan.
In november zal de Eerste Kamer zich overigens uitspreken over een wetswijziging om buitenlandse huwelijken met kindbruiden niet meer te erkennen. Een goed zaak, lijkt mij, als dit in het belang van deze meisjes is.
Álle kinderen welkom
De kindbruiden uit Syrië (of andere landen), of die nu naar Nederland komen of niet, benadrukken het belang om altijd te blijven uitgaan van de kinderrechten en mensenrechten. Dit betekent dat ze hier in Nederland niet alleen recht hebben op bescherming, maar bijvoorbeeld ook op goed onderwijs. Juist in het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs moeten wij dat beseffen, omdat we benadrukken dat álle kinderen welkom zijn.
Uiteindelijk gaat het om elk individueel kind dat zich moet kunnen ontplooien, ongeacht zijn of haar culturele en/of religieuze achtergrond en de situatie waarin het verkeert.