Nederlandse kinderen wonen gemiddeld 700 meter van de dichtstbijzijnde basisschool. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cijfers hebben betrekking op het jaar 2013.
De gemeente met de grootste gemiddelde reisafstand tot de school is Baarle-Nassau. Daar woont een basisschoolleerling gemiddeld 1,7 kilometer van school. Daarna komt de gemeente Dronten met 1,3 kilometer, gevolgd door de gemeenten Beemster, Borger-Odoorn, Nieuwkoop, Vlagtwedde, Vlist (tegenwoordig onderdeel van de gemeente Krimpenerwaard) en Zundert met elk 1,2 kilometer.
Kinderen die gemiddeld het dichtst bij school wonen, komen uit Den Haag, Schiedam of Urk. Daar is de gemiddelde reisafstand tussen thuis en school slecht 400 meter.
Als wordt gekeken naar de provinciale gemiddelden, dan is de gemiddelde reisafstand tussen thuis en school in Utrecht en Zuid-Holland het kleinst: 600 meter. In Drenthe is die afstand met 900 meter het grootst.
Wat opvalt is dat de gemiddelde reisafstand tussen 2010 en 2013 nauwelijks is toegenomen ondanks het feit dat er in de periode in antwoord op demografische krimp basisscholen zijn gesloten. In 2010 woonden basisschoolleerlingen gemiddeld 600 meter van school, in 2013 was dat toegenomen tot gemiddeld 700 meter.