Mogelijk krijgt de omstreden Stichting Islamitische School Amsterdam (ISA) de bekostiging die de overheid nu inhoudt op een later tijdstip alsnog uitgekeerd. De blijkt uit een oordeel van de Raad van State.
In maart maakte demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul bekend 80% van de bekostiging van de Stichting ISA in te houden. De maatregel volgde op financieel wanbeleid. Als de situatie niet verbetert, wordt de bekostiging volledig stopgezet, waarschuwde de minister.
Het bestuur van ISA kreeg in november 2022 een aanwijzing vanwege financieel wanbeleid, onrechtmatige verrijking en onrechtmatig handelen. De administratieve organisatie en interne controle bleken niet op orde. Ook was er sprake van onrechtmatige verrijking van bestuursleden en van met ISA verweven organisaties.
In januari en februari van dit jaar is 60% van het overheidsgeld ingehouden. Inmiddels is dat dus 80% en als het bestuur geen orde op zaken stelt wordt dat per juni van dit jaar 100%.
‘De maat is vol’
Minister Paul in maart: ‘Het bestuur heeft keer op keer bewezen niet goed te functioneren. De maat is nu vol. Hier zijn leerlingen, hun ouders en het onderwijspersoneel de dupe van. Zij verdienen een bestuur dat dagelijks keihard werkt aan goed onderwijs. Ik kan niet anders dan deze maatregel nemen en hoop dat deze stap het bestuur alsnog aanspoort om aan de eisen te voldoen. Daarmee kan het bestuur voorkomen dat de drie scholen van de stichting uiteindelijk zullen moeten sluiten.’ Dat zijn de islamitische basisscholen Al Maes, Al Jawhara en Al Yaqoet.
De Raad van State wijst er nu op dat een eventueel faillissement van de omstreden stichting onomkeerbare gevolgen zou hebben voor de leerlingen en de personeelsleden van de drie scholen. De raad oordeelt daarom dat de stichting de ingehouden bekostiging alsnog uitgekeerd zou kunnen krijgen, mits de problemen op tijd worden opgelost. Volgens Stichting ISA kan begin mei een nieuwe dagelijks bestuurder aan de slag.
Stok achter de deur
Als er met goedkeuring van de minister een nieuwe dagelijks bestuurder aan de slag gaat, zou de stichting het geld voor april, mei en de maanden erna alsnog krijgen, oordeelt de Raad van State. Die stelt echter ook dat de stichting in juli vorig jaar al een nieuw bestuur had moeten hebben. Om die reden ‘kan een prikkel om deze voortvarende besluitvorming te stimuleren niet worden gemist’ en krijgt de stichting het ingehouden geld nu nog niet.