Onderwijsminister Arie Slob stelt 96 miljoen euro voor de aanpak van werkdruk in het primair onderwijs eerder beschikbaar dan gepland.

Vanaf volgend schooljaar is daar niet 237 miljoen euro voor beschikbaar, zoals nu het geval is, maar 333 miljoen euro. Per leerling gaat het dit schooljaar om een bedrag van 155 euro. Vanaf komend schooljaar tot en met 2022-2023 wordt dat 220 euro per leerling. Vanaf het schooljaar 2023-2024 zal er 430 miljoen euro per jaar beschikbaar zijn, wat neerkomt op circa 283 euro per leerling.

Let op: het kabinet komt niet met extra geld, maar stelt een deel van het beschikbare budget eerder beschikbaar. Het wordt dus (deels) naar voren gehaald. Dit betekent wel dat het bedrag van 430 miljoen euro dat aanvankelijk per 2021-2022 beschikbaar zou komen, nu pas beschikbaar zal zijn per 2023-2024.

‘Dit helpt meteen’

Vakbond CNV Onderwijs is er blij mee: ‘Hiermee kan het primair onderwijs op korte termijn de werkdruk verlagen. Dit helpt meteen’, zegt voorzitter Loek Schueler. Zij voegt hieraan toe dat CNV Onderwijs er flink voor heeft gelobbyd en dat dat heeft gewerkt.

De Algemene Onderwijsbond (AOb), die niet meedeed aan de lobby, reageert kritisch. Volgens de organisator van de geplande onderwijsstaking op 15 maart lijkt het erop dat het naar voren halen van het geld bedoeld is om deze staking te dwarsbomen.

Handjeklap

Het lerareninitiatief PO in Actie, dat geen vakbond meer , stelt dat het geld dat nu naar voren wordt gehaald, bij elkaar is geknokt door leerkrachten en nu onderwerp is van handjeklap tussen het ministerie en CNV Onderwijs.

Deel dit bericht: