De norm voor de omvang van schoolpleinen heeft geen wettelijke basis, maar is slechts een richtlijn. Dat stelt onderwijsminister Mariëlle Paul in antwoord op Kamervragen.
De vragen van de Tweede Kamerleden Michiel van Nispen en Sandra Beckerman volgden op een bericht van het journalistieke platform Pointer van KRO-NCRV. Daarin stond dat gemeenten zich niet houden aan de norm van 5 vierkante meter speelruimte per leerling voor nieuwe schoolpleinen. De SP’ers wilden van de minister weten wat zij daarvan vindt.
De minister antwoordt dat er geen sprake is van een wettelijke norm, maar slechts van een richtlijn voor gemeenten bij het realiseren van schoolpleinen. Deze richtlijn staat in het Kwaliteitskader huisvesting onderwijs. Zij wijst er bovendien op dat we in Nederland een beperkt aantal vierkante meters beschikbaar hebben en dat daardoor grotere schoolpleinen niet altijd mogelijk zijn.
Op de vraag of gemeenten financieel wel in staat zijn om grotere schoolpleinen te realiseren, antwoordt de minister dat gemeenten geld voor onderwijshuisvesting ontvangen via het gemeentefonds en dat zij zelf bepalen waaraan ze dat geld besteden.