In het voortgezet onderwijs zijn mobieltjes en bijvoorbeeld ook tablets of smartwatches vanaf 1 januari niet meer toegestaan in de klas. Het is geen wettelijk verbod, maar een richtlijn die is opgesteld door het ministerie van OCW in overleg met onder andere de VO-raad.
De afspraak is dat alleen als mobieltjes noodzakelijk zijn voor de inhoud van de les, ze in de klas mogen worden gebruikt, bijvoorbeeld in een les over digitale vaardigheden. De scholen hebben hierover zelf met leraren, ouders en leerlingen regels afgesproken.
Middelbare scholen kunnen zelf de keuze maken om mobieltjes helemaal te weren. Leerlingen die afhankelijk zijn van hun telefoon, bijvoorbeeld om medische redenen of vanwege een beperking, mogen deze wel blijven gebruiken.
Het primair onderwijs sluit zich bij deze afspraken aan, maar pas bij aanvang van het volgende schooljaar, dus per 1 augustus 2024.