Het extra geld dat scholen krijgen via het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) heeft het lerarentekort nog erger gemaakt, constateren schoolleiders in het basisonderwijs. Dat meldt de NOS, die 26 schoolleiders heeft bevraagd over de besteding van de NPO-gelden.
Het NPO- budget van bijna twee miljard euro voor het wegwerken van corona-achterstanden wordt in het basisonderwijs vooral ingezet om tijdelijk extra onderwijspersoneel aan te stellen. Bestaande contracten worden uitgebreid en er worden nieuwe leerkrachten en onderwijsassistenten aangenomen om kinderen met achterstanden meer begeleiding te geven.
Dit betekent dat er steeds meer vraag is naar onderwijspersoneel, terwijl er al een lerarentekort was. Vooral scholen die al moeite hadden om leerkrachten te vinden, vissen nu nog vaker achter het net, volgens de NOS.
‘Geld zat, maar geen leraren’
Locatieleider Audrey Raalte van het openbare Dalton IKC De Zeven Zeeën in Amsterdam-Noord zegt op de NOS-website: ‘Omdat iedere school nu extra geld heeft, is er helemaal niemand meer te krijgen’. Zij heeft op haar school nog steeds 3,6 fte openstaan, terwijl ze ook al 3 ongediplomeerden en een zzp’er voor de klassen heeft moeten zetten.
Openbare basisschool De Vuurvlinder in Appingedam kampt met hetzelfde probleem. Directeur Marion Medema zegt: ‘Ik heb nu geld zat, maar geen mensen om het aan uit te geven. Zoiets heb ik in mijn 25-jarige carrière in het onderwijs nog nooit meegemaakt’.
Niet altijd de beste beslissingen
Bij de NOS zegt hoogleraar onderwijswetenschappen Melanie Ehren, die onderzoek deed naar onderwijssubsidies in coronatijd, dat scholen heel snel moesten beslissen over besteding van het NPO-geld. ‘Dan worden natuurlijk niet altijd de beste beslissingen genomen. Een langer tijdpad was verstandiger geweest’.
Het ministerie van OCW komt binnenkort met een eerste voortgangsrapportage over het NPO.