Staatsexamenkandidaten in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) krijgen geen derde herkansingsmogelijkheid. Demissionair onderwijsminister Arie Slob voert twee aangenomen moties daartoe niet uit. Hij weigert dat, omdat een derde herkansingsmogelijkheid voor staatsexamenkandidaten volgens het College voor Toetsen en Examens (CvTE) onuitvoerbaar zou zijn.
Volgens het CvTE is met het eerdere besluit om vanwege de gevolgen van de coronacrisis twee herkansingsmogelijkheden te bieden, de uiterste grens van uitvoerbaarheid bereikt. ‘Tegemoet komen aan een behoefte aan nog meer herkansingen (…) is (…) niet te realiseren’, zo meldde het college in februari aan de minister. Slob had die boodschap gedeeld met de Kamer.
Ondanks die boodschap nam de Tweede Kamer twee moties aan om een derde herkansingsmogelijkheid te bieden. Het CvTE heeft hier in een brief aan de minister geen goed woord voor over: ‘De glasheldere mededeling dat méér niet kan, dat ‘de keten is volgeboekt’, dat verdere uitbreiding van de centrale examinering een majeur afbreukrisico in zich draagt en tevens een wissel zal trekken op de centrale examinering in 2021-2022, is niet verstaan.’
De minister laat in een brief aan de Tweede Kamer weten dat hij de moties niet uitvoert, omdat daarin geen oog is voor de praktische bezwaren die het CvTE aangeeft. ‘Er is geen capaciteit beschikbaar om de hiervoor benodigde duizenden extra afnames te realiseren. Ook ontbreekt de tijd die daarvoor nodig zou zijn’, aldus Slob.
Hij voegt daaraan toe dat de afweging of een maatregel uitvoerbaar is, geen politieke maar een praktische afweging is.