Het beoogde rechtse kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB gaat voor bijna een half miljard euro bezuinigen op het primair en voortgezet onderwijs. Dat blijkt uit de budgettaire bijlage bij het hoofdlijnenakkoord.
Door te stoppen met de subsidie voor brede brugklassen en het beperken van het programma School en omgeving tot 5% van de scholen (op basis van de CBS-achterstandsscore) bezuinigt het komende kabinet volgend jaar € 55 miljoen en daarna € 210 miljoen per jaar. Met het afschaffen van de maatschappelijke diensttijd wordt volgend jaar € 105 miljoen, het jaar daarna € 155 miljoen en van 2027 tot en met 2029 per jaar € 200 miljoen bespaard. Het programma School en omgeving wordt op basis van de CBS-achterstandsscore beperkt tot 5% van de scholen. Bovendien beëindigt het rechtse kabinet in 2026 de functiemix Randstad. Dat betekent een bezuiniging van € 75 miljoen per jaar. Bij elkaar opgeteld moeten het primair en voortgezet onderwijs het op jaarbasis met in totaal € 485 miljoen minder doen.
Daarnaast krijgen schoolbesturen te maken met de maatregel dat de compensatie van de transitievergoeding wordt beperkt tot ‘kleine werkgevers’. Met die maatregel moet in 2026 aanvankelijk € 58 miljoen worden bespaard, wat oploopt tot € 380 miljoen in 2029. Het is niet te bepalen in hoeverre onderwijsorganisaties hierdoor worden geraakt.