Het kabinet stelt in totaal 244 miljoen euro beschikbaar aan het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs om leerachterstanden in te halen die het gevolg zijn van de coronacrisis.
Het geld is bedoeld voor ‘het bieden van hulp en maatwerk voor leerlingen (…) die door de maatregelen rondom de coronacrisis extra ondersteuning nodig hebben’, zo staat op de website van de rijksoverheid. Daarbij kan worden gedacht aan onderwijs dat doorgaat in de zomervakantie. Scholen kunnen ervoor kiezen dit uit te besteden, zoals dat gebeurt bij zomerscholen.
Overal zomerscholen
Het extra geld komt er na een motie, waarin CDA en D66 in de Tweede Kamer aandrongen op een landelijk dekkend aanbod van lente-, zomer- en eventueel ook herfstscholen. In de motie van Michel Rog van het CDA en Paul van Meenen van D66 staat dat de onderwijsachterstanden als gevolg van de coronacrisis zijn toegenomen.
De Inspectie van het Onderwijs signaleert dat ook. Met online onderwijs op afstand lukt het volgens de inspectie maar deels om te voldoen aan de kerntaken van het onderwijs. Uit een steekproef van de inspectie kwam het beeld naar voren dat onderwijs op afstand beperkingen heeft. Het bereik is weliswaar hoog, maar er is volgens de inspectie verlies aan leertijd. Dit raakt met name jonge leerlingen in het basisonderwijs en leerlingen in het beroepsonderwijs.
Uit een peiling onder leraren door marktonderzoeksbureau Motivaction in opdracht van het commerciële bureau E-WISE voor bijscholing van leraren kwam eenzelfde beeld naar voren. De peiling wijst volgens E-WISE uit dat bijna driekwart van de leerkrachten in het basisonderwijs denkt dat hun leerlingen tijdens de corona-lockdown leerachterstanden hebben opgelopen.