Het is raadzaam het externe toezicht op het primair en voortgezet onderwijs niet meer bij de gemeenten, maar meer op afstand bij de provincies te beleggen. VOS/ABB dringt er bovendien op aan om de overheid niet alleen te laten toezien op het openbaar onderwijs, maar ook op het bijzonder onderwijs. Beide vormen worden immers gelijkelijk door de overheid gefinancierd.
De gedachte achter het pleidooi van VOS/ABB is dat de provincies een bestuurslaag vormen die ver genoeg van Den Haag staat en tegelijkertijd dicht genoeg bij de lokale gemeenschappen waarbinnen schoolbesturen zich bewegen. ‘Het voordeel van de grotere afstand tussen de schoolbesturen en de provincies, is dat het onderwijs geen risico meer loopt te worden gemangeld tussen verschillende lokale politieke belangen’, zegt directeur Ritske van der Veen van VOS/ABB.
VOS/ABB heeft de afgelopen jaren ervaren hoe in verscheidene gemeenten vooringenomen posities van gemeenteraadsleden en lokale bestuurders positieve ontwikkelingen bij verzelfstandigde openbare schoolbesturen ernstig kunnen dwarsbomen. Met name het openbaar onderwijs kan hierdoor vanwege zijn nauwe band met de gemeente als extern toezichthouder hard worden geraakt. Dit risico kan worden geëlimineerd door het extern toezicht te beleggen bij de provincies.
Bijzonder onderwijs
Tegelijkertijd pleit VOS/ABB ervoor om het gewenste externe toezicht door de provincies niet alleen van toepassing te laten zijn op het openbaar onderwijs, maar ook op het bijzonder onderwijs. Beide vormen worden op grond van artikel 23 van de Grondwet gelijkelijk door de overheid gefinancierd, terwijl het externe toezicht op het bijzonder onderwijs nu niet bij de overheid ligt.
‘Het is niet meer dan logisch dat ook het bijzonder onderwijs zich tegenover de belastingbetaler verantwoordt, omdat die immers ook de rooms-katholieke, protestants-christelijke, islamitische en andere denominatieve scholen betaalt’, aldus Van der Veen.