‘De examenproblematiek van VMBO Maastricht heeft het College van Bestuur en ook de Centrale Directie van LVO-Maastricht overvallen’, schrijven de omstreden bestuursvoorzitter André Postema van Limburgs Voortgezet Onderwijs en interim-bestuurder Jan Rijkers in een zelfevaluatie.
VMBO Maastricht kwam voor de zomervakantie volop in het nieuws, omdat de Inspectie van het Onderwijs daar alle eindexamens ongeldig had verklaard. Het bleek dat geen enkele leerling had voldaan aan de eisen om examen te mogen doen.
Het examendebacle leidde ertoe dat bestuursvoorzitter André Postema, die ook fractievoorzitter was van de PvdA in de Eerste Kamer, als eindverantwoordelijke zwaar onder vuur kwam te liggen. Hij besloot zijn fractievoorzitterschap in de Senaat op te geven, naar eigen zeggen in het belang van de PvdA, maar ondanks ernstige twijfels over zijn positie bij LVO bleef hij daar bestuursvoorzitter.
Wel moest LVO-bestuurder Marianne Wegberg het veld ruimen en werd naar aanleiding van de chaos en specifiek voor VMBO Maastricht een interim-bestuurder aangesteld.
Geen signalen
In de zelfevaluatie van Postema en Rijkers staat onder andere dit: ‘Er was ons geen enkel signaal bekend dat de docenten, de schoolleiding en de examencommissie zich bij de schoolexamens niet hielden aan het zelf vastgestelde programma van toetsing en afsluiting (PTA) en de regels van het eigen examenreglement.’
Daar voegen Postema en Rijkers aan toe dat ‘op grond van het stelsel van kwaliteitszorg binnen LVO en de schoolspecifieke invulling daarvan’ mocht worden verondersteld ‘dat deze signalen de Centrale Directie en het College van Bestuur wél zouden bereiken’.
Dat is volgens hen dus niet gebeurd, maar als dat wel het geval was geweest, zo staat in de zelfevaluatie, zou het college van bestuur ‘zonder enige twijfel’ hebben ingegrepen.