‘In het vernieuwde onderzoekskader zijn de eindtoetsresultaten van een school minder bepalend voor het eindoordeel over de kwaliteit van het onderwijs.’ Dat schrijft demissionair staatssecretaris Sander Dekker van OCW in een brief aan de Tweede Kamer.
Hij reageert met zijn brief op een motie van Eppo Bruins van de ChristenUnie en het inmiddels vertrokken PvdA-Kamerlid Loes Ypma. In deze motie, die in februari door de Tweede Kamer werd aangenomen, staat dat de regering met voorstellen moet komen om de eindtoets minder bepalend te laten zijn voor de beoordeling van basisscholen. De individuele ontwikkeling van het kind en observaties en gesprekken met het team moeten, zo staat in de motie, zwaarder wegen voor het oordeel van de inspectie.
Dekker geeft aan dat het nieuwe toezicht van de Inspectie van het Onderwijs, dat op 1 augustus 2018 van kracht wordt, al aan de eisen van de Tweede Kamer tegemoet komt. ‘De inspectie zal scholen breder waarderen, door besturen en scholen uit te dagen om hun eigen ambities en doelen te expliciteren, en inzichtelijk te maken welke voortgang of resultaten scholen hierbij realiseren’, aldus de staatssecretaris.
Hij voegt daaraan toe dat scholen ook hun ambities kunnen laten zien die zij hebben geformuleerd voor andere vak- en vormingsgebieden dan taal en rekenen. ‘De eigen visie van de school komt op deze manier meer centraal te staan in de waardering van onderwijskwaliteit’, zo staat in de brief van Dekker aan de Kamer.