De basisscholen kunnen na de meivakantie weer beginnen. Eerst op basis van een halve bezetting per dag. Het voortgezet onderwijs zou vanaf 1 juni weer onderwijs op locatie kunnen verzorgen. Dat heeft premier Mark Rutte dinsdagavond gezegd op een persconferentie over de coronamaatregelen.
Het kabinet neemt het jongste advies van het Outbreak Management Team (OMT) over. In een samenvatting van dat advies staat dat de gezondheidsrisico’s waarschijnlijk beheersbaar blijven als na de meivakantie de basisscholen weer opengaan. Dat zou eerst op basis van een halve bezetting per dag kunnen, totdat er meer gegevens beschikbaar komen uit Scandinavië waar de scholen inmiddels weer open zijn of gaan. De beperking van de halve bezetting geldt niet voor de kinderopvang en het speciaal basisonderwijs.
Verder adviseerde het OMT om het voortgezet onderwijs pas een maand later dan de basisscholen weer (deels) te laten beginnen. Op de website van de rijksoverheid staat de datum 2 juni. Maar dan mogen er in de tussenliggende periode geen corona-uitbraken op basisscholen zijn geweest. Het onderwijs zou zo moeten worden ingericht dat anderhalve meter afstand tussen leerlingen onderling en personeelsleden geborgd is. Dat geldt ook voor de mogelijkheid van laagdrempelig testen van leraren op corona.
In het OMT-advies staat dat door het heropenen van de scholen weliswaar meer kinderen en ook ouders besmet zullen raken met het coronavirus, maar dat dit naar verwachting niet veel extra zorg en ziekenhuisopnames tot gevolg zal hebben. Dat herhaalde directeur Jaap van Dissel van het Centrum Infectiebestrijding van het RIVM op de persconferentie met Rutte.