Het blijft onduidelijk hoeveel winst educatieve uitgeverijen maken op de verkoop van lesmethodes voor het voortgezet onderwijs. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Mariëlle Paul van OCW aan de Tweede Kamer.
OCW heeft bureau KPMG onderzoek laten doen naar de prijsontwikkeling van leermiddelen in het voortgezet onderwijs. Dit onderzoek richtte zich onder andere op de winstmarges van de uitgeverijen. De staatssecretaris meldt dat de educatieve uitgeverijen wat dit betreft hun kaken stijf op elkaar houden, ‘ondanks een intensief doorlopen (uitvraag-)proces’. De weigering van de uitgeverijen om inzicht te geven in hun winstmarges maakt het volgens Paul ook onmogelijk om een goede vergelijking te maken tussen de kostenstructuur van digitaal en papieren lesmateriaal.
In haar brief meldt Paul dat KPMG verschillende aanbevelingen doet, die gericht zijn op betere marktwerking, meer keuzevrijheid voor scholen en een betere prijs-kwaliteitverhouding van leermiddelen. ‘Vanuit die optiek beveelt KPMG aan om meer gezamenlijk regie vanuit het onderwijs te voeren en het inzicht in de prijs, kwaliteit en (winst-) marges aan aanbodzijde waar mogelijk te vergroten’, aldus de staatssecretaris.
OCW wil nu met het ministerie van Economische Zaken bij de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken nader onderzoek laten doen naar de werking van de leermiddelenmarkt. ‘Ik vraag de onderzoekers in kaart te brengen welke rol de overheid en andere publieke partijen kunnen spelen om structurele knelpunten in samenhang aan te pakken en te komen tot een betere werking van de leermiddelenmarkt in termen van concurrentie, prijsvorming, pluriformiteit van het aanbod en keuzevrijheid.’ Ook start de Autoriteit Consument & Markt dit jaar een marktonderzoek.
Het doel van de staatssecretaris is, zo meldt zij in haar brief, dat er een ‘goede balans’ wordt gevonden ’tussen de kwaliteit en de betaalbaarheid van leermiddelen, zodat scholen hun primaire opdracht – het bieden van goed onderwijs – optimaal kunnen blijven vervullen’.