De doorstroomtoets werkt kansenongelijkheid in de hand. Dat stelt directeur Irene de Later van de Haarlemse openbare basisschool De Molenwiek in een artikel in Vrij Nederland.
De doorstroomtoets is er gekomen ter vervanging van de vroegere eindtoets in groep 8 van de basisschool. De gedachte achter de doorstroomtoets is dat die kan bijdragen aan een soepele overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs.
Nieuw is dat basisscholen ‘kansrijk’ moeten adviseren. Dit houdt in dat ze het voorlopige schooladvies in principe naar boven toe moeten bijstellen als het resultaat van de doorstroomtoets hiertoe aanleiding biedt. Naar beneden bijstellen mag niet.
Het idee is dat de doorstroomtoets kansenongelijkheid tegengaat, maar volgens De Later is de realiteit het tegenovergestelde. ‘Als een kind thuis zijn huiswerk niet kan maken, en wij schatten het te laag in, komt het dankzij de doorstroomtoets toch nog goed. Kansengelijkheid ten top,’ zegt ze cynisch. ‘Het systeem werkt kansenongelijkheid juist in de hand.’