De meeste docenten krijgen hun werk af in de tijd die daarvoor beschikbaar wordt gesteld. Dat stelt vicevoorzitter Petra Verhoeckx van het bestuur van de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL) in de Volkskrant naar aanleiding van een rechtszaak die is aangespannen door een lerares.
Denise Hupkens stelt dat het Visser ’t Hooft Lyceum in Leiden, waar zij als wiskundedocente op de vmbo-afdeling werkte, haar heeft uitgebuit door extra uren die zij naar eigen zeggen moest maken niet uit te betalen. Ze begon drie jaar geleden een rechtszaak om voor al die uren alsnog geld te krijgen.
Volgens Hupkens is het voor leraren niet te doen om al het werk dat van hen wordt verwacht te doen in de daarvoor beschikbaar gestelde tijd. Zij zat, zo stelt ze, 10 uur per dag op school, kon nauwelijks pauze nemen en werkte ook nog in het weekend. In de actualiteitenrubriek Radio EenVandaag sprak ze er maandagmiddag geëmotioneerd over.
Genormeerde uren
Het bestuur van SCOL benadrukt in de Volkskrant dat de medezeggenschapsraad heeft ingestemd met het taakbeleid van de school. ‘Het gaat daarbij natuurlijk wel om genormeerde uren, want de ene docent doet het werk in minder tijd, terwijl de ander wat meer nodig heeft’, zo citeert de Volkskrant SCOL-vicevoorzitter Petra Verhoeckx.
Zij erkent dat er docenten zijn die meer uren draaien, ‘maar ik schat dat 98 of 99 procent van de 900 docenten bij onze stichting het werk afkrijgt binnen de tijd die wij ervoor beschikbaar stellen’. Verhoeckx wijst er ook op dat mensen in het onderwijs 12 weken vakantie hebben en dat daardoor het werk over 40 weken wordt verdeeld.
‘Dat maakt de piekbelasting behoorlijk, (…) maar over het algemeen weten de meeste docenten daar wel mee om te gaan’, aldus Verhoeckx.
De uitspraak in het hoger beroep van Hupkens werd dinsdag verwacht, maar is door het gerechtshof in Amsterdam uitgesteld, meldt het Leidsch Dagblad. Eerder kreeg de lerares van de rechter nul op het rekest.