VVD’er Dennis Wiersma wordt in het kabinet-Rutte IV minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs. Daarmee volgt hij Arie Slob van de ChristenUnie op, die eerder bekendmaakte de landelijke politiek te zullen verlaten.
De nu 35-jarige Wiersma kwam in 2017 in de Tweede Kamer en werd afgelopen juli demissionair staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadat Bas van ’t Wout daar was vertrokken om demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat te worden (nadat Tamara van Ark daar wegens medische redenen was gestopt).
De geboren Fries begon zijn politieke carrière niet bij de VVD, maar na een korte flirt met de Lijst Pim Fortuyn (LPF) – hij zat als tiener bij de Jonge Fortuynisten – bij de Lijst Ratelband. Deze politieke partij van de tsjakka-goeroe Emile Ratelband wilde het politiek gedachtegoed van de in 2001 vermoorde Pim Fortuyn levend houden. Sinds 2006 is Wiersma lid van de VVD. In 2009 en 2010 was hij vicevoorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en in de periode 2011-2013 voorzitter van FNV Jong.
Met digitalisering werkdruk verminderen
Wiersma heeft geen politieke of bestuurservaring op het gebied van primair en voortgezet onderwijs. Als Kamerlid richtte hij zich wel op het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs. In maart 2021 verscheen na een motie van onder anderen Wiersma een ambtelijke verkenning van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, waarin onder meer stond dat met meer digitalisering in het onderwijs de hoge werkdruk die veel leraren zeggen te ervaren kan worden verminderd.
In 2019 stelde Wiersma samen met zijn VVD-collega Rudmer Heerema vragen aan minister Slob over honderden leraren die ondanks het nijpende personeelstekort werkloos zijn. Hun vragen volgden op een bericht hierover van Omroep Brabant. Slob antwoordde destijds dat de re-integratie van werkloze leraren ‘nog onvoldoende tot stand komt door een mix aan factoren’. Een van die factoren was de hoge leeftijd van veel leraren die in de WW zitten.