Staatssecretaris Sander Dekker van OCW wil paal en perk stellen aan het stichten van scholen op grond van een combinatie van richtingen.
Hij wil in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en in de Wet op het primair onderwijs (WPO) regelen dat het begrip ‘verlangde richting’ wordt afgebakend. Dat moet voorkomen dat er een willekeur aan richtingen mogelijk blijft.
Een bekend voorbeeld hiervan is de aanvraag van de Stichting Tjalling Koopmans voor een school in Utrecht op humanistische, algemeen bijzondere, hindoeïstische, islamitische, reformatorische en gereformeerd vrijgemaakte grondslag.
Door dit soort combinaties wordt ’ten koste van andere scholen schoolstichting door middel van een louter strategisch gebruik van het richtingbegrip gefaciliteerd’, aldus de Raad van State. De staatssecretaris vindt dit een onwenselijke ontwikkeling.
Richtingen moeten blijken
Hij stelt voor om in de wet op te nemen dat uit de statuten van het bevoegd gezag de richting of richtingen moet(en) blijken waar een beoogde school van uitgaat. Bovendien moet in de statuten worden aangegeven hoe wordt gewaarborgd dat elke betrokken richting in het onderwijs aan bod komt. Verder mogen er tot minimaal vijf jaar na de start van de bekostiging geen richtingen uit de statuten worden geschrapt.
Ten slotte moet, wanneer het om een combinatie van richtingen gaat, deze combinatie ‘een zekere mate van geworteldheid in de samenleving’ kennen. Als het gaat om een nieuwe combinatie, zal eerst de Onderwijsraad om advies worden gevraagd.