Op grond van internationale verdragen hebben vluchtelingen tot 18 jaar, ongeacht hun verblijfsstatus, recht op een passende plek in het primair, voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. Dat benadrukken minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW in een brief aan de Tweede Kamer.
De brief van Bussemaker en Dekker over onderwijs aan asielzoekers staat in het teken van de huidige vluchtelingenstroom. ‘De instroom van asielzoekers doet een groot beroep op de capaciteit, flexibiliteit en creativiteit van gemeenten, scholen, docenten en andere betrokkenen. We realiseren ons dat de ontwikkelingen in de instroom van asielzoekers onvoorspelbaar zijn en dat we adequaat moeten kunnen reageren op actuele ontwikkelingen en signalen uit het veld.’ Het is hun prioriteit, zo staat in de brief, ‘dat asielzoekerskinderen zo kort mogelijk wachten op een geschikte onderwijsplek’.
De minister en de staatssecretaris geven in hun brief weer wat de taakverdeling is. ‘Onderwijsinstellingen zorgen voor een aanbod dat geschikt is voor anderstaligen. Gemeenten dragen hiernaast zorg voor de beschikbaarheid van leslocaties in het primair en voortgezet onderwijs voor asielzoekers en hebben de wettelijke taak om een aanbod te doen van vroeg- en voorschoolse educatie, zodat asielzoekers met een taalachterstand snel de Nederlandse taal kunnen leren.’