De 150 miljoen euro uit het Nationaal Onderwijsakkoord voor het aantrekken en behouden van jonge leraren heeft in het primair en voortgezet onderwijs in totaal circa 4400 extra fte opgeleverd. Dat staat in een brief van staatssecretaris Sander Dekker van OCW aan de Tweede Kamer.
Het bedrag van 150 miljoen euro is eind 2013 na expliciete goedkeuring door de Tweede Kamer aan de lumpsum van de schoolbesturen toegevoegd. ‘Hierdoor, en vanwege het feit dat scholen het grootste deel van hun reguliere budget inzetten voor personele kosten, is in de verantwoording niet traceerbaar welke specifieke uitgaven samenhangen met deze extra middelen’, aldus Dekker.
Op verzoek van hem hebben de PO-Raad en de VO-raad een deel van hun leden gevraagd hoe zij het extra geld hebben ingezet. ‘Uit het onderzoek van de VO-raad blijkt dat een groot deel van de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs de middelen uit het NOA en Begrotingsafspraken 2014 (deels) heeft ingezet voor het aannemen en behouden van bijna 1800 fte aan jonge docenten. De PO-Raad concludeert dat de incidentele middelen hebben geleid tot ruim 2600 meer fte. Hiervan kon overigens niet bepaald worden welk deel aan jonge leerkrachten ten goede is gekomen’, schrijft de staatssecretaris.