In de discussie over het lerarentekort en de wens om hogere lonen wordt niet belicht dat deeltijdwerk kostbaar is, stelt opleidingsadviseur Marjolein Ploegman.
Op basis van verschillende statistische gegevens wijst Ploegman erop dat in het primair onderwijs driekwart van de werknemers in deeltijd werkt. De gemiddelde deeltijdfactor is volgens haar 0,6. Er zijn 108.000 leraren die met elkaar 77.600 fte vervullen.
Dat dit het onderwijs relatief duur maakt, heeft te maken met het verschil tussen vaste en variabele taken. ‘De benodigde tijd is namelijk niet voor alle taken naar evenredigheid. Sommige taken vragen een vast aantal uren, onafhankelijk van het aantal uren dat een werknemer werkt’, aldus Ploegman.
Als voorbeeld noemt ze scholing en overleg. ‘Als we deze twee taken doorrekenen naar het hele po dan blijkt dat deeltijdwerk 7.904.000 uur ‘kost’. Tijd/geld die aan andere dingen besteed had kunnen worden indien iedereen voltijds zou werken.’ Ze berekent dat als iedereen in het primair onderwijs fulltime zou werken met het beschikbare budget er 4617 extra leerkrachten kunnen worden aangesteld.