D66 kiest voor ‘radicale gelijkwaardigheid’ in het onderwijs. Dit betekent volgens de partij van lijsttrekker Rob Jetten dat artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs moet worden vernieuwd.
De vrijheid om een school te stichten betekent volgens D66 niet de vrijheid om mensen met een andere levensovertuiging uit te sluiten (zoals dat nu nog steeds is toegestaan op grond van artikel 23). De partij wil met een vernieuwing van het grondwetsartikel er onder andere voor zorgen dat er algemene acceptatieplicht komt. Dit wil zeggen dat ook het bijzonder onderwijs elke leerling moet toelaten, waarbij levensovertuiging niet uitmaakt.
Verder staat in het verkiezingsprogramma dat gemeenten bevoegdheden moeten krijgen bij inschrijving en toelating van leerlingen, bijvoorbeeld om beter te kunnen ingrijpen bij toenemende segregatie. Zo kunnen gemeenten ‘een eerlijke kans voor alle kinderen bevorderen in plaats van het recht van de sterkste.’
D66 wil sterk inzetten op burgerschapsonderwijs. Alle leerlingen moeten dat krijgen, waarbij aandacht is voor mensenrechten en het tegengaan van discriminatie. Dit moet er volgens D66 voor zorgen dat kinderen ‘met kennis van ieders rechten en plichten kunnen deelnemen aan de samenleving’. Burgerschap is volgens D66 ‘onderdeel van de schoolcultuur en krijgt invulling met een doorlopende leerlijn (…)’.
Veiligheid op school is een ander punt uit het programma. De Inspectie van het Onderwijs zou daar extra op moeten gaan toezien en zich ook moeten richten op individuele klachten. D66 wil de Wet sociale veiligheid op scholen uitbreiden met leraren. Het lerarentekort zou moeten worden bestreden met onder andere meer salaris, betere arbeidsvoorwaarden, minder bureaucratie en kleinere klassen.