De Onderwijsraad pleit in het kader van de coronacrisis voor gerichte investeringen in het onderwijs. Dit staat in het advies Vooruitzien voor jonge generaties.
Gerichte investeringen in het onderwijs zijn volgens de raad ‘cruciaal om Nederland uit deze crisis te leiden en om jongere generaties perspectief te bieden’. De Onderwijsraad stelt dat het gaat om ‘een investering voor de lange termijn met individueel, economisch en maatschappelijk rendement’. Gerichte investeringen zijn nodig om goed onderwijs te behouden. Daarbij noemt de raad ook nadrukkelijk de sociale functie van scholen.
Leraren, schoolleiders
De Onderwijsraad adviseert onder meer te investeren in leraren en schoolleiders. Dat is nodig, zo stelt de raad, omdat de huidige personeelstekorten door ziekte en uitval nog groter kunnen worden. Bijvoorbeeld doordat het organiseren van online onderwijs op afstand werkdrukverhogend kan zijn. Daar komt bovenop dat volgens de raad leraren onzeker zijn over deze vorm van onderwijs. Dat kan extra stress en daarmee ook extra uitval met zich meebrengen.
Het is daarom zaak , zo schrijft de Onderwijsraad, ‘ervoor te zorgen dat het onderwijs aantrekkelijker wordt als sector om in te werken’. Dat kan volgens de raad onder andere door de salariskloof tussen het primair en het voortgezet onderwijs te dichten. In het advies wordt ook de mogelijkheid genoemd om leraren die werken op scholen waar het personeelstekort het grootst is, meer te betalen dan leraren van scholen waar dat minder of niet speelt. Een ander punt is dat er volgens de Onderwijsraad voldoende tijd moet zijn om goed onderwijs op afstand voor te bereiden in combinatie met onderwijs op locatie.
Meer gelijke kansen
In het advies gaat de Onderwijsraad ook in op de kansenongelijkheid in het onderwijs die als gevolg van de coronacrisis dreigt toe te nemen. Dat komt volgens de raad onder meer doordat niet alle scholen evengoed onderwijs op afstand realiseren. Dit sluit aan, zo staat in het advies, bij al bestaande kwaliteitsverschillen tussen scholen. Bovendien kan de ene leerling meer met online onderwijs dan de andere. ‘Vooralsnog lijkt de coronacrisis bestaande verschillen te vergroten en lijken leerlingen (…) die al kwetsbaar waren en extra aandacht vroegen, nu extra hard geraakt te worden.’ De raad maakt zich vooral zorgen om leerlingen met weinig ondersteuning thuis.
Ten behoeve van meer gelijke kansen adviseert de Onderwijsraad onder meer om overgangen en doorstroom te versoepelen en keuze- en selectiemomenten uit te stellen of te verzachten. Daarnaast zijn er investeringen nodig in ‘voldoende en goed opgeleide schoolleiders en leraren, juist op scholen (…) met meer leerlingen (…) uit minder kansrijke milieus’.
Toetsen en examens
In het advies benadrukt de Onderwijsraad tevens het belang van toetsen en examens als ‘ijkpunten voor doorstroom’. Door de coronacrisis komen volgens de raad belangrijke functies van toetsing en examinering op scherp te staan. ‘Doordat de eindtoets basisonderwijs dit schooljaar niet is afgenomen, missen leerlingen mogelijk de kans op bijstelling van het schooladvies op grond van positieve toetsresultaten. In het voortgezet onderwijs worden diploma’s nu verstrekt op basis van de schoolexamens.’
De Onderwijsraad adviseert om toetsing en examinering ‘robuuster in te richten’, zodat ze op een andere manier kunnen worden afgenomen. Het gaat er de raad om dat er ‘werkbare, betrouwbare en aanvaardbare alternatieven’ komen.