Van het aantal coronagevallen waarvan bekend is waar de besmetting plaatshad, heeft 6,3% betrekking op scholen of kinderopvang. De meeste besmettingen vinden thuis plaats (53,2%), tijdens bezoek aan familie of vrienden (20,4%) of in de werksituatie (15,7%). Dat blijkt uit de jongste presentatie die RIVM-directeur Jaap van Dissel in de Tweede Kamer heeft gegeven.
Als wordt gekeken naar de leeftijdsgroepen, dan valt op dat in de jongste groep (0-12 jaar) vrijwel geen besmettingen worden gerapporteerd. In de leeftijdsgroep 13-17 jaar vinden veruit de meeste coronabesmettingen plaats in de schoolsituatie. In mindere mate raken leerlingen in de leeftijd van het voortgezet onderwijs in de thuissituatie, tijdens een bezoek aan familie of vrienden of op de sportclub besmet.
In de leeftijdsgroepen vanaf 18 tot en met 64 jaar komen de meeste besmettingen voor in de thuissituatie of tijdens bezoek aan familie of vrienden. Opmerkelijk is dat in de leeftijdsgroep 40-64 jaar de werksituatie een veel groter aandeel besmettingen voor haar rekening neemt dan in de jongere leeftijdsgroepen. Bij de 65-plussers valt – zoals te verwachten – het aantal besmettingen in verpleeghuizen op.