Leerlingen in het voortgezet onderwijs moeten vanaf 1 maart weer minstens één dag per week naar school kunnen. Daarvoor pleit voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-raad.
Sinds half december zit het voortgezet onderwijs in coronalockdown. De meeste leerlingen volgen sindsdien alleen online onderwijs op afstand. Dat is niet langer vol te houden, vindt voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-raad. ‘Ze zitten straks al tien weken thuis. Hun motivatie is weg, ze zijn er klaar mee, er zijn veel zorgen over het mentale welbevinden’, zo citeert het AD hem.
Het kabinet heeft bepaald dat als het voortgezet onderwijs weer opengaat, leerlingen onderling anderhalve meter afstand moeten houden om het risico van besmetting met het coronavirus zo klein mogelijk te houden. Dat is praktisch buitengewoon lastig te regelen in de lokalen en schoolgebouwen. Daarom pleit Rosenmöller ervoor om lessen te verplaatsen naar theaters, bioscoopzalen en hotels. Desnoods kan onderwijs worden gegeven in de openlucht, denkt hij.
De voorzitter van de VO-raad pleit er ook voor dat leerlingen thuis een coronasneltest doen voordat ze naar school gaan. Ze mogen dan alleen de school in als ze een negatieve testuitslag kunnen laten zien.