De Commissie Onderwijsbevoegdheden is er niet in geslaagd een eensluidende uitwerking te formuleren van het advies Ruim baan voor leraren van de Onderwijsraad. Daarom is de commissie er voortijdig mee gestopt. De demissionaire onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob zijn daar teleurgesteld over, melden ze in een brief aan de Tweede Kamer. Op de website van Didactief staat een andere brief waarin een deel van de commissielden uitlegt waarom de meningsverschillen volgens hen onoverbrugbaar waren.
De commissie werd ingesteld op verzoek van de onderwijsministers om het advies van de Onderwijsraad uit te werken en ging daar bijna een jaar geleden mee van start. In het verslag Hogere lat, lagere drempels, dat is opgesteld door commissievoorzitter Paul Zevenbergen, staat dat er op veel onderwerpen overeenstemming is, maar niet over alles. Dit heeft ertoe geleid, zo schrijft hij, dat de Commissie Onderwijsbevoegdheden haar werkzaamheden voortijdig heeft beëindigd.
‘In de commissie zijn vele argumenten, inzichten en opvattingen gedeeld, die er allemaal toe doen. Helaas is het niet gelukt om
een voldoende gemeenschappelijke én richtinggevende uitkomst te vinden. Tegelijkertijd heeft het werk van de commissie veel opgeleverd over de bevoegdheden en opleiding van leraren, dat de moeite waard is om mee verder te gaan’, aldus Zevenbergen.
Vakinhoud en -didactiek
De commissie is het volgens hem eens geworden over de keuze voor vier bekwaamheidsgebieden die samen de leraarsbevoegdheid vormen: de (vak)inhoud waarin de leraar lesgeeft, de bijbehorende vakdidactiek, het gemeenschappelijke in het leraarschap en de ontwikkelingsfase van de student. De commissie is het ook eens over de ontwikkeling van de lerarenopleidingen, met als belangrijke thema’s: flexibilisering, meer uitgaan van wat de student al kan en kent, meer harmonisatie van en samenwerking tussen lerarenopleidingen en het streven naar meer masteropgeleide leraren.
Ook is de commissie het eens over de noodzaak van goede begeleiding van startende leraren en een HR-beleid dat leraren ruimte biedt voor een aantrekkelijke loopbaan. Verder pleit de commissie ervoor om de pabo niet te splitsen in opleidingen die leiden tot een bevoegdheid voor het jonge respectievelijk oudere kind.
Eenmalige bevoegdheid en masterniveau
Voorzitter Zevenbergen meldt dat een deel van de commissie bezwaren heeft tegen de denkrichting in het verslag. ‘Daarbij speelt een belangrijke rol dat naar de opvatting van deze commissieleden het idee van een eenmalige bevoegdheid te veel centraal staat. Dit deel van de commissie wijst voorts op het belang van masterniveau voor leraren die in de bovenbouw van havo en vwo lesgeven, en dat dit niveau verplicht moet zijn.’
De commissieleden die de meningsverschillen onoverbrugbaar achtten, melden dat leraren via diverse enquêtes hebben aangegeven zich niet te kunnen vinden in het advies van de Onderwijsraad. ‘Er is geen brede steun voor een nieuw bevoegdhedenstelsel’, zo stellen zij. Het gaat volgens hen om ‘een grondige herziening van het beroep van leraar’. Na bijna een jaar overleg in de commissie melden zij dat zoiets niet ‘overhaast’ kan worden geregeld.
De brief van deze commissieleden staat op de website van Didactief.