De werkgever heeft kritiek op houding en gedrag van de werknemer en meent dat het dienstverband met hem niet langer in stand kan blijven. Hij schorst de werknemer voor vier weken om onderzoek te doen. Vervolgens schorst hij de werknemer een tweede keer, ditmaal voor de duur van de ontbindingsprocedure. Om deze schorsing te laten aansluiten op de eerste gebeurt dit met terugwerkende kracht.
Het beroep is gegrond.
Schorsing met terugwerkende kracht is niet toegestaan. Verder heeft de werkgever de procedure om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te komen niet (voortvarend) opgestart.
Het gehele oordeel is hier te vinden.