In het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie (CU) staat prominent vermeld dat grondwettelijke verankering van de vrijheid van onderwijs ongewijzigd moet blijven bestaan.
De vrijheid van onderwijs volgens artikel 23 van de Grondwet is volgens de ChrsitenUnie ‘een democratisch grondrecht, een verworvenheid om trots op te zijn’. Artikel 23 voedt volgens de partij van Mirjam Bikker ‘het besef lid te zijn van een vrije en democratische samenleving’.
‘Nederland kent een uniek onderwijsstelsel, waar de ChristenUnie pal voor staat. Dit stelsel met scholen voor openbaar en bijzonder onderwijs moeten we koesteren. Het biedt een sterke garantie voor vormend onderwijs en betrokkenheid van ouders.’ Er mag daarom wat de CU betreft niets worden gewijzigd aan artikel 23.
In het verlengde hiervan is de CU tegen ‘nog meer deugdelijkheidseisen in de wet die de vrijheid van inrichting inperken’. Dit brengt de partij in verband met het personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid, dat volgens de CU aan de scholen zelf is.
Lumpsum omhoog
De lumpsumfinanciering moet intact blijven, benadrukt de CU, en mag niet worden uitgehold door extra eisen van de minister. ‘Het woud aan subsidies met allerlei voorwaarden wordt zoveel mogelijk omgezet in lumpsumfinanciering en we verhogen de lumpsum voor scholen’, zo staat in het programma.
Verder wil de ChristenUnie onder meer de drempel voor het oprichten van scholen zo laag mogelijk houden. ‘De ruimte voor ouders om het initiatief nemen tot schoolstichting blijft onverminderd aanwezig. Dit komt tegemoet aan de diversiteit in de samenleving en zorgt voor variëteit in het onderwijsaanbod.’
Een ander punt uit het verkiezingsprogramma van de CU is dat de toeslag voor kleine scholen behouden moet blijven. ‘Die is van belang om bijzondere scholen in onder meer krimpregio’s open te houden.’