Onder anderen mensen die in het onderwijs werken, krijgen over 2015 en 2016 een loonstijging van in totaal 5,05 procent. Dit zijn de overheidswerkgevers en drie vakcentrales met elkaar overeengekomen.
De centrale overeenkomst biedt onder meer het primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid de gemaakte afspraken vast te leggen in nieuwe cao’s. Dit betekent dus een nieuwe impuls voor de cao-onderhandelingen.
Onderdeel van de overeenkomst is dat de indexeringssystematiek van pensioenen wordt aangepast. Werd de pensioenbijdrage de afgelopen jaren gebaseerd op loonindexatie, vanaf 2016 zal dat gebeuren op basis van prijsindexatie. Dit gebeurt overigens alleen als de financiële positie van het pensioenfonds ABP dit toelaat.
De overstap naar prijsindexatie betekent dat werknemers minder pensioenpremie gaan afdragen. Daardoor stijgt hun nettoloon gemiddeld met 0,5 procent.
De VO-raad meldt naar aanleiding van het centrale akkoord, dat in de loonstijging van ruim 5 procent al de 1,2 procent uit september 2014 is verdisconteerd. De PO-Raad schrijft dat er al structureel loonruimte is ontstaan van 1,25 procent. Het is de bedoeling dat na de zomervakantie concrete afspraken worden gemaakt over de invulling hiervan.
Informatie: Helpdesk, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur, helpdesk@vosabb.nl