De PO-Raad en de vakbonden hebben bekendgemaakt wat hun inzet is bij de onderhandelingen voor een nieuwe cao voor het primair onderwijs.
Hieronder staat kort vermeld van wat de PO-Raad respectievelijk de vakbonden AVS, AOb, CNV Onderwijs en FvOV willen. Bij ‘Lees meer…’ kunt u doorklikken naar de brieven waarin de PO-Raad en de bonden hun wensen kenbaar maken.
PO-Raad
De inzet van de PO-Raad laat zich karakteriseren door algemeen geformuleerde intenties. Zo wil de werkgeversorganisatie een ‘eerlijke en aantrekkelijke’ beloning die meer ‘marktconform’ is. De salarissen in het primair onderwijs zouden ‘vergelijkbaar’ moeten worden met die in het voortgezet onderwijs.
Een belangrijk punt voor de PO-Raad is dat de volgende cao ‘niet meer regelt dan nodig is’. Daarmee bedoelt de sectororganisatie dat de CAO PO een aantal harde afspraken vastlegt, ‘maar verder niet de ruimte van de mensen in de sector opslokt’. De cao moet vooral ‘eenvoudig, begrijpelijk en uitvoerbaar’ zijn.
AVS
De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) zet in op een algehele loonsverhoging van 3%, met daarbovenop een loonsverhoging voor (adjunct)directeuren van 3,5% voor 2021. De structurele eindejaarsuitkering moet wat de AVS betreft omhoog van 6,3% naar 8,5%.
Ook wil de AVS dat de looptijd van de volgende CAO PO drie jaar wordt, zodat er ’tijd, rust en ruimte’ ontstaat om de ‘arbeidsvoorwaarden beleidsrijk vorm te geven’. Verder wil de vakbond van schoolleiders dat de werkgevers met introductieprogramma’s komen voor startende schooldirecteuren.
AOb
De Algemene Onderwijsbond (AOb) wil een loonsverhoging van 5%. De eindejaarsuitkering zou wat de AOb betreft omhoog moeten naar 8,33%. In tegenstelling tot de AVS wil de AOb dat de volgende CAO PO niet een looptijd van drie jaar, maar slechts van één jaar krijgt.
Verder zet de AOb in op vermindering van de inzet van flexibel personeel. Professionalisering moet ondanks het personeelstekort ook mogelijk worden op momenten dat leraren eigenlijk voor de klas moeten staan. Verder zet de AOb in op een maximale klassengrootte in het basisonderwijs van 21 leerlingen. In het speciaal onderwijs zou dat 14 leerlingen moeten zijn.
CNV Onderwijs
De christelijke vakbond CNV Onderwijs wil voor 2021 een loonsverhoging van 3,5%. Voor schooldirecteuren wil deze bond een ‘inhaalslag op de salarisontwikkeling’, maar daar wordt geen percentage bij genoemd. Om de salariskloof tussen schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs te dichten, zou het functie- en loongebouw van schoolleiders sectoroverstijgend moeten worden vormgegeven.
Om de werkdruk in het primair onderwijs te verminderen, zouden leerlingen minder naar school moeten. Het aantal lesuren moet omlaag, vindt CNV Onderwijs, van gemiddeld 25 naar 20 per week. Over een gewenste looptijd van een nieuwe cao vermeldt de christelijke bond niets.
FvOV
De Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOV) zet in 3% meer loon. Er moet daarnaast een einde komen aan het salarisverschil tussen het primair en voortgezet onderwijs. De FvOV wil in de cao meer aandacht voor met name oudere werknemers. Het doel van de federatie is om hen ‘gezond de eindstreep’ te laten halen.
Een ander punt waar de FvOV op inzet, is dat vakleerkrachten vaste contracten moeten krijgen en niet meer moeten worden ingehuurd op basis van detacherings- of uitzendbasis of andere flexibele constructies. De looptijd van de nieuwe cao zou één jaar moeten zijn.