Het huidige burgerschapsonderwijs degradeert scholen tot uitvoerders en leerlingen tot objecten van socialisatie door de overheid. Dat stellen bestuursvoorzitter Berend Kamphuis en bestuurslid Mark Buck van de christelijke profielorganisatie Verus in Christelijk Democratische Verkenningen (CDV).
In het najaarsnummer van het politiek-wetenschappelijke kwartaalblad van het CDA staat artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs centraal. Kamphuis en Buck stellen in dat kader dat de inhoud van het burgerschapsonderwijs wordt bepaald door ‘een betrekkelijk kleine, homogene groep van wetenschappers, beleidsfunctionarissen en bestuurders’ die volgens hen ‘de gewenste normatieve richting’ bepaalt.
Daardoor zou ‘slechts de burgerschapsvisie van de liberale meerderheid’ worden onderwezen. Dit degradeert scholen ’tot uitvoerders en leerlingen tot objecten van socialisatie door de overheid’. Daardoor dreigt volgens Kamphuis en Buck ‘schijnpluriformiteit’.
Indoctrinatie
De Verus-bestuurders krijgen in CDV bijval van hoogleraar Gerdien Bertram-Troost van de Vrije Universiteit in Amsterdam en theoloog Erik Borgman, die hoogleraar is aan de Tilburg University. Bertram-Troost ziet in het huidige burgerschapsonderwijs meer ‘indoctrinatie’ dan vorming. Borgman bepleit maximale onderwijsvrijheid, ook voor bijvoorbeeld een school van Forum voor Democratie. Door de vrijheid van onderwijs te ‘revitaliseren’, kunnen groepen volgens hem weer ‘vanuit hun eigenheid bijdragen aan de samenleving’.