Een school maakt zich niet schuldig aan discriminatie door een leerling te verplichten vakken te volgen die voor hem een te groot struikelblok zouden zijn. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens.
De moeder van een jongen uit het tweede jaar van het vwo van het Gerrit Rietveld College in Utrecht was naar het College voor de Rechten van de Mens gestapt. Zij wilde voor haar zoon, die ernstige dyslexie, ADHD en het syndroom van Asperger heeft, per se een vrijstelling voor Frans en Duits.
De school stond dat niet toe, omdat volledige vrijstelling voor deze vakken in de onderbouw wettelijk niet mogelijk is. Wel regelde de school voor deze leerling een aantal aanpassingen. De moeder vond dat er sprake was van discriminatie van haar zoon.
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat de school naar de wet heeft gehandeld. ‘Volledige vrijstelling van vakken is niet toegestaan. Wel moet een school het lesprogramma aanpassen voor leerlingen met dyslexie.’ Dat is precies wat de school heeft gedaan.
Daarom luidt de conclusie van het College voor de Rechten van de Mens dat de school deze jongen niet discrimineert door hem geen vrijstelling te geven voor Frans en Duits.