Het wetsvoorstel Uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs leidt tot een wezenlijke machtsverschuiving. Dat schrijft VOS/ABB aan de vaste Kamercommissie OCW, die er op 29 oktober over vergadert.
In de brief aan de Kamerleden zegt VOS/ABB veel te herkennen in het al eerder verschenen kritische advies van de Raad van State (RvS). Die kraakte het wetsvoorstel, dat is opgesteld naar aanleiding van enkele gevallen van wanbeheer in het voortgezet onderwijs. Doel van het voorstel is dan ook het sanctiestelsel uit te breiden, onder meer door een ruimere definitie van wanbeheer.
VOS/ABB meldt hier dit over: ‘De verbreding van het begrip wanbeheer betekent een versmalling van de uitvoering van het ‘hoe’ van het onderwijs, waar de minister niet over gaat. De minister gaat over het ‘wat”. Het wetsvoorstel geeft de centrale overheid meer mogelijkheden om in te grijpen, waarbij er een wezenlijke machtsverschuiving plaatsvindt, terwijl de noodzaak daarvoor allerminst is aangetoond.
Instrumentarium is voldoende
VOS/ABB vindt net als de RvS en de Onderwijsraad dat het huidige instrumentarium voldoet om gericht te kunnen ingrijpen als er aantoonbaar iets mis is. Echter, de minister wil nu ook kunnen ingrijpen bij een ‘dreiging van ernstige schade of aantasting van basiswaarden’ of ‘het dreigend wegvloeien van grote sommen geld’. VOS/ABB zegt hierop: ‘De onschuldpresumptie in het strafrecht zou hier ook passend zijn.’ Dit betekent dat de overheid iemand niet als schuldig mag behandelen voordat zijn schuld vaststaat.
Ten slotte wijst VOS/ABB erop dat het hele wetsvoorstel voor het openbaar onderwijs sowieso overbodig is. Het bestuur van de openbare school kent de gemeenteraad als externe toezichthouder, die altijd actief kan ingrijpen wanneer de situatie daarom vraagt. Kortom, wat de minister wil regelen met dit wetsvoorstel, kan al en zeker in het openbaar onderwijs.