Het aandeel vrouwelijke leraren in het primair onderwijs is in Nederland is groter dan het gemiddelde in de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). In het voortgezet onderwijs is dat net andersom. Dat blijkt uit het rapport Education at a Glance 2021.
De OESO meldt in dit rapport dat in 2019 van de leraren in het primair onderwijs in Nederland 87% vrouw was. Dat is meer dan het OESO-gemiddelde van 82%. In het voortgezet onderwijs lagen de verhoudingen anders: daar was in 2019 in Nederland 54% van de leraren een vrouw, terwijl het OESO-gemiddelde in dat jaar 68% bedroeg.
De OESO keek ook naar de leeftijdsverdeling van personeel dat voor de klas staat. Het aandeel leraren ouder dan 50 jaar lag in 2019 in het primair onderwijs op 33% en in het voortgezet onderwijs op 38%. Die percentages zijn iets hoger dan de OESO-gemiddelden.