Onderwijsinstellingen mogen sociale media alleen inzetten als zij duidelijke afspraken maken met socialemediabedrijven over wat er met de gegevens van leerlingen/studenten en personeel gebeurt. Lukt het niet om zulke afspraken te maken? Dan kan een onderwijsinstelling het betreffende sociale medium beter niet gebruiken, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
De AP schrijft dit in een advies aan een onderwijsinstelling die een socialemediaplatform wilde inzetten om onder meer nieuwe studenten te trekken en te communiceren met huidige studenten. Daarvoor wilde de onderwijsinstelling met toestemming van docenten en studenten hun foto’s en verhalen delen op het medium.
Advertenties
De AP adviseert ook andere onderwijsinstellingen in Nederland hun socialemediagebruik tegen het licht te houden, en waar nodig afspraken te maken met de platforms die ze gebruiken. De toezichthouder constateert dat er flinke risico’s kunnen zijn, bijvoorbeeld het verkopen van advertenties gebaseerd op nauwkeurige profielen van leerlingen/studenten en personeelsleden. AP-voorzitter Aleid Wolfsen: ‘Weet jij zeker wat dat bedrijf doet met de data van jouw studenten en docenten? En weet je zeker dat die dat oké vinden? Dat moet duidelijk zijn. Zo niet: begin er dan niet aan of stop er direct mee. Want er is een grote kans dat je de wet overtreedt.’
Voorwaarden
Aan het inzetten van sociale media zijn volgens de AP in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden: het moet duidelijk zijn welke partij verantwoordelijk is voor de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), het platform moet de persoonsgegevens veilig bewaren en een onderwijsinstelling moet studenten en docenten op de juiste manier toestemming vragen om hun persoonsgegevens te mogen gebruiken.