In 2028 gaat de AOW-leeftijd naar 67 jaar en 3 maanden. Dat meldt minister Carola Schouten in een brief aan de Tweede Kamer.
De minister legt uit dat de AOW-leeftijd wordt gebaseerd op wat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt over de gemiddeld resterende levensverwachting. In nieuwe prognoses gaat het CBS uit van een gemiddeld resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 21,05 jaar in 2028 en van 21,73 jaar in 2034. Om de AOW-leeftijd te bepalen, wordt deze verwachting verwerkt in een bepaalde formule die wettelijk is vastgelegd. Deze formule resulteert erin dat de AOW-leeftijd in 2028 op 67 jaar en 3 maanden komt te liggen (tot 2028 nog 67 jaar).
De leeftijd waarop het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) de pensioenopbouw berekent, verandert niet. De zogeheten fiscale pensioenrekenleeftijd voor pensioenfondsen blijft 68 jaar. Dat betekent dat de pensioenregeling bij het ABP niet verandert door het besluit van de overheid om de AOW-leeftijd met 3 maanden te verhogen.
Het ABP beheert als grootste pensioenfonds van Nederland onder andere de onderwijspensioenen.