Antisemitisme in de klas is een hardnekkig probleem. Dat meldt de Anne Frank Stichting die hiernaar onderzoek heeft laten doen. Daaruit kwam naar voren dat 42% van de docenten in het voortgezet onderwijs het afgelopen jaar getuige was van antisemitische voorvallen.
Deze voorvallen komen op alle onderwijsniveaus voor, maar vooral in het vmbo en praktijkonderwijs. Meestal betreft het scheldpartijen en beledigingen die zich niet tegen een specifiek persoon richten. Leerlingen met een Marokkaanse achtergrond maken zich er relatief gezien vaak schuldig aan. Circa 20% van de daders heeft een Marokkaanse achtergrond, terwijl van de totale leerlingenpopulatie 4% deze achtergrond heeft.
Het aandeel Marokkaanse leerlingen dat zich schuldig maakt aan antisemitisme is ten opzichte van eerder onderzoek uit 2013 verdubbeld. Toen had 10% van de daders een Marokkaanse achtergrond. Het aandeel van de daders met een Turkse achtergrond nam af van 8% naar 5%.
Voetbal
Voetbal blijkt de meest voorkomende context waarin leerlingen joden als groep beledigden. Ruim één derde (36%) van alle respondenten noemde de voetbalcontext. Dit is wel gedaald ten opzichte van 2013 toen nog twee op de vijf docenten (circa 40%) dit als meest voorkomende context bestempelden.
Opmerkelijk is dat de Anne Frank Stichting hier niet de rivaliteit noemt tussen een deel van de supporters van Feyenoord en andere voetbalclubs en Ajax. Die laatste club staat bij een deel van het publiek wel bekend als de ‘jodenclub’. In 2021 was er nog een ernstig antisemitisch incident toen voetballer Steven Bergwijn overstapte van Feyenoord naar Ajax. Hij werd door een deel van de Feyenoordaanhang gezien als verrader en daarom op een muurschildering in Rotterdam afgebeeld als een jood in een concentratiekamp.
Israël en Palestijnen
Iets minder dan één op de drie docenten (29%) ziet het conflict tussen Israël en de Palestijnen als de achtergrond van de beledigingen. Dit aandeel is gestegen: In 2013 gaf één vijfde van de docenten (20%) aan dat de gebeurtenissen in het Midden-Oosten de achtergrond waren van het antisemitisme in de klas.
Verder blijkt dat het bij het beledigen van joden in de context van voetbal vaker gaat om leerlingen met een Westerse achtergrond, terwijl beledigingen in de context van het conflict tussen Israël en de Palestijnen juist vaker samenhangen met leerlingen die een Marokkaanse of Turkse achtergrond hebben.
Holocaust-educatie
Algemeen directeur Ronald Leopold van de Anne Frank Stichting benadrukt dat de uitkomsten van het onderzoek laten zien dat tegengaan van antisemitisme in het voortgezet onderwijs hard nodig blijft. ‘Daarbij moeten succesvolle aanpakken worden gecontinueerd en uitgebreid, zoals educatie over de Holocaust en educatie over vooroordelen die aan antisemitisme en andere vormen van discriminatie ten grondslag liggen’, aldus Leopold.