Elke school moet kinderen leren waarom gelijkwaardigheid tussen alle mensen belangrijk is. Dat zegt Tweede Kamerlid Lisa Westerveld van GroenLinks in een artikel van De Correspondent.
Het artikel staat in het teken van de nieuwe burgerschapswet. In die wet, die per 1 augustus jongsleden van kracht is, staat onder andere dat bij burgerschapsonderwijs het leren functioneren in de democratische rechtsstaat centraal moet staan. De nieuwe burgerschapswet regelt ook dat de burgerschapsopdracht aan het primair en voortgezet onderwijs een verplichtend karakter heeft. Bovendien voorziet de nieuwe wet in een zorgplicht voor het bevoegd gezag ten aanzien van de schoolcultuur.
Artikel 23
Vooral uit reformatorische hoek is weerstand tegen de nieuwe burgerschapswet, vertelt Westerveld. ‘Daar vinden ze dat we ons te veel bemoeien met hoe ze hun onderwijs inrichten en verwijzen dan naar artikel 23 van de Grondwet, waarin staat dat je niet mag discrimineren op basis van godsdienst. Maar het is precies dat artikel waar ik dan óók naar verwijs: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.’
Ze voegt hieraan toe dat de regering niet over de opvoeding gaat of over de vraag of thuis de Bijbel wordt voorgelezen of dat er aan de keukentafel wordt gesproken over seksuele diversiteit. ‘Maar we hebben wel iets te zeggen over onze scholen, waar we samen voor betalen, die een publiek goed zijn. Dus we mogen eisen dat onze kinderen daar leren dat we in dit land allemaal evenveel waard zijn.’