Het kabinet komt vanaf volgend jaar met geld om alle leerlingen in het voortgezet onderwijs in staat te stellen de Tweede Kamer in Den Haag te bezoeken. In 2019 gaat het om 1,37 miljoen euro en dat bedrag loopt op tot 4,76 miljoen euro per jaar vanaf 2021.
De onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob en minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijven in een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer dat het belangrijk is voor leerlingen ‘om zelf te kunnen zien, horen en ervaren hoe democratie werkt’.
De leerdoelen van de scholenbezoeken aan het parlement sluiten volgens de ministers aan bij de plannen van het kabinet om burgerschap in het funderend onderwijs te versterken ‘via een verduidelijking van de wettelijke burgerschapsopdracht en een prominentere plaats voor burgerschap in het curriculum’.
Het busvervoer naar Den Haag en terug naar school wordt betaald. De miljoenen komen niet uit het onderwijsbudget, maar uit de pot voor cultuur. De organisatie van de bezoeken aan de Tweede Kamer ligt in handen van ProDemos.