In het advies van Lodewijk Asscher over het terugdringen van het lerarentekort staat dat er Regio’s voor de Arbeidsmarkt van de Toekomst van het Onderwijs (RATO’s) moeten komen. Deze regionale instanties zouden leraren die van de opleiding komen en zij-instromers op basis van een vast contract in dienst moeten nemen.
Het idee van de voormalige PvdA-fractieleider is dat RATO’s het werven, opleiden, begeleiden en matchen gaan organiseren. ‘Daartoe nemen zij onderwijspersoneel in dienst dat van de opleiding komt of dat zich via zij-instroom meldt. De regio’s nemen daarmee de risico’s weg van de individuele schoolbesturen om mensen in dienst te nemen die het vak nog moeten leren en ze nemen het risico weg bij nieuwe leraren en ander onderwijspersoneel door een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden en te voorzien in persoonlijke matching en begeleiding’, zo staat in het advies Kinderen eerst.
Asscher denkt dat binnen RATO’s leraren een aantrekkelijker carrièreperspectief kan worden geboden: ‘Als de school en de leraar elkaar na verloop van tijd bevallen, kan het contract worden overgenomen door het betreffende schoolbestuur.’ De RATO’s kunnen worden gevormd, zo adviseert Asscher, door de huidige RAP-regio’s (Regionale Aanpak Personeelstekort onderwijs) te combineren met de SO&P-regio’s (Samen Opleiden en Professionaliseren).
Bindende afspraken over regionale aanpak
Onderwijsminister Dennis Wiersma meldt in de brief bij het advies van Asscher dat hij wil toewerken naar een duurzame samenwerking in de regio van alle betrokkenen bij goed onderwijs. ‘We vormen daartoe onderwijsregio’s waarin bindende afspraken gemaakt worden over de regionale aanpak van het lerarentekort. Geen enkele school en geen enkel schoolbestuur kan de tekorten namelijk alleen oplossen’, aldus Wiersma.
Hij meldt in zijn brief ook dat regionale samenwerking om het lerarentekort tegen te gaan niet betekent dat leraren op scholen moeten gaan werken waarvoor zij niet hebben gekozen. Uitwisseling van personeel in de regio kan alleen op basis van vrijwilligheid, benadrukt hij.