Scholen met de grootste verwachte onderwijsachterstanden als gevolg van de coronacrisis krijgen meer geld uit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) dan andere scholen. Komend schooljaar gaat het om circa 246 miljoen euro. Dat meldt demissionair onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer over de verdeling van het NPO-geld.
De aanvullende bijdrage komt bovenop het vaste bedrag per leerling van ongeveer 700 euro. Bij dit vaste bedrag wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende schooltypen. Speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en de bovenbouw van het vmbo krijgen meer geld om mogelijke schaalnadelen te compenseren. In totaal is in 2021-2022 voor alle scholen circa 1,8 miljard euro uit het NPO beschikbaar.
Op de website van het NPO komt een informatietool waarmee de scholen kunnen zien hoeveel geld zijn krijgen. Ook gaat er een brief naar de scholen, meldt de minister.
Looptijd NPO verlengen?
Slob meldt in zijn brief ook dat in het voorjaar van 2022 wordt besloten of de periode waarin de scholen het NPO-geld kunnen besteden, wordt verlengd. Het NPO loopt nu tot en met het schooljaar 2022-2023. Een ledenpeiling van VOS/ABB wees uit dat veel mensen uit het onderwijs willen dat de looptijd wordt verlengd met twee schooljaren.
De minister meldt dat als de looptijd van het NPO wordt verlengd, dit met één of twee schooljaren kan gebeuren. ‘Vooralsnog worden besturen en scholen opgeroepen voortvarend aan de slag te gaan met het uitvoeren van het schoolprogramma voor de komende twee schooljaren, zodat vertragingen zo snel mogelijk worden ingelopen’, aldus Slob.