De vrijheid om scholen te stichten op religieuze gronden heeft haar langste tijd gehad. Het is tijd voor de ontmanteling van het achterhaalde verzuilde onderwijsbestel op basis van grondwetsartikel 23 over de vrijheid van onderwijs. Dat benadrukken directeur-bestuurder Marco Frijlink van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) en directeur Hans Teegelbeckers van VOS/ABB op de opiniepagina van Trouw.
Zij schrijven dat het openbaar onderwijs traditioneel de plek is waar iedereen welkom is, ongeacht religie of levensovertuiging. ‘Sterker nog, het openbaar onderwijs is de plek bij uitstek waar kinderen van allerlei gezindten elkaar ontmoeten op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect, juist ook voor elkaars verschillen. Wij zijn ervan overtuigd dat dit de beste voorbereiding vormt op zelfstandig functioneren en constructief samenleven in onze pluriforme maatschappij.’
Verre van ideaal
Frijlink en Teegelbeckers verwijzen in hun opiniestuk naar de ophef over de ruimte die het omstreden islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam neemt – ‘en kán nemen’ – op basis van de vrijheid van onderwijs. ‘Onder die vrijheid worden op deze school onder andere jongens en meisjes uit elkaar gehouden en zouden niet praktiserende moslims niet welkom zijn als leerkracht. Nog los van mogelijke misstanden is direct duidelijk dat een school als deze ver af staat van ons ideaalbeeld.’
Volgens hen kan de Inspectie van het Onderwijs haar werk niet goed doen vanwege artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs. ‘Artikel 23 zorgt ervoor dat ouders scholen kunnen oprichten en dat de overheid zich niet mag bemoeien met de levensbeschouwelijke leest waarop die scholen zijn geschoeid. Als gevolg hiervan mag de overheid zich alleen met de onderwijskwaliteit, maar niet met de invulling van de geloofsrichting bemoeien.’
Achterhaald
‘Laat er geen misverstand over bestaan, de vrijheid van onderwijs brengt ons ook nu nog goede dingen. Het zorgt er potentieel voor dat de ouderbetrokkenheid bij de invulling en de kwaliteit van het onderwijs groot is. Maar de invulling is wel achterhaald. Steeds meer ouders kiezen een school op basis van het pedagogisch-didactisch concept. En hoeveel katholieke en protestants-christelijke scholen geven niet aan ‘eigenlijk weinig meer te doen’ aan hun religieuze identiteit?’, aldus Frijlink en Teggelbeckers.
Zij vinden dat betrokkenheid van ouders bij onderwijs een groot goed is, maar dat artikel 23 toe is aan herziening. ‘Het is tijd voor de ontmanteling van het achterhaalde verzuilde onderwijsbestel. Scholen moeten zich kunnen blijven onderscheiden op grond van pedagogisch- didactische aanpak, maar niet meer op basis van religie.’ Daarnaast mag volgens hen burgerschapsvorming in de Grondwet worden verankerd. ‘Dit betreft het aanleren van kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn om als verantwoordelijk burger bij te dragen aan het goed functioneren van de rechtsstaat.’
Concept School!
VOS/ABB en VOO pleiten al jaren voor onderwijs dat boven artikel 23 en de denominaties zal zijn uitgestegen, met ‘scholen’ die voor alle leerlingen toegankelijk zijn. ‘Dit concept noemen wij School!. Alle scholen zullen in de toekomst op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect aandacht moeten hebben voor diversiteit en levensbeschouwing. Deze verandering zal een cruciale en noodzakelijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onze pluriforme samenleving.’