Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) presteert ondergemiddeld. Dat blijkt uit de gemiddelde dekkingsgraad die De Nederlandsche Bank (DNB) heeft berekend en de dekkingsgraad die het ABP onlangs bekendmaakte.
DNB meldt dat in het derde kwartaal de financiële positie van pensioenfondsen is verbeterd doordat het vermogen sterker toenam dan de verplichtingen. De dekkingsgraad steeg in het derde kwartaal in vergelijking met het tweede kwartaal met 2,4 procentpunten naar 95,3%. Dat is boven de vereiste 90% waaronder verlaging van de pensioenen nodig is.
Het ABP maakte onlangs bekend dat het in het derde kwartaal een dekkingsgraad had van 88,2%. Dat is weliswaar beter dan in het tweede kwartaal, maar nog steeds onder de hierboven al genoemde minimumgrens van 90%. ‘Met deze dekkingsgraad zou het fonds de pensioenen volgend jaar moeten verlagen’, aldus het ABP, dat eraan toevoegde dat het ‘in de gevarenzone’ zit.
Het ABP beheert als grootste pensioenfonds van Nederland onder andere de onderwijspensioenen.