Het ABP, dat als grootste pensioenfonds van Nederland onder andere de onderwijspensioenen beheert, heeft grote verliezen geleden op aandelenbeleggingen in de olie- en gasindustrie. Dat stelt milieu- en mensenrechtenorganisatie Both Ends op basis van eigen berekeningen, meldt Het Financieele Dagblad (FD).
Volgens Both Ends zijn de aandelenbeleggingen van het ABP en het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) in de eerste drie maanden van dit jaar 5 miljard euro minder waard geworden. Dat is een afname van ongeveer 30 procent.
De olie- en gassector heeft het bijzonder zwaar te verduren. Dat komt door een sterk afgenomen behoefte aan energie nu in de coronacrisis veel bedrijven hun productie hebben ingekrompen en er bijna niet meer wordt gereisd. Bovendien is de olie veel goedkoper geworden door een ruzie tussen Saoedi-Arabië en Rusland over de omvang van de olieproductie. De olieprijs lijkt zich de laatste dagen overigens weer enigszins te herstellen.
‘Deze cijfers laten zien dat fossiele energie niet alleen slecht is voor het klimaat, maar ook grote financiële risico’s heeft’, zo citeert het FD Both Ends. De krant meldt dat de berekening van Both Ends volgens het ABP een ‘vertekend beeld geeft’ als ‘ingezoomd wordt op deze korte tijdspanne en ook alleen op deze sector’.
Dekkingsgraad gekelderd
Het ABP meldde vorige maand dat het in het eerste kwartaal door de coronacrisis een kwart van zijn beleggingswinst van 2019 is kwijtgeraakt. Het fonds heeft ook last van de lagere rente. De dekkingsgraad kelderde in het eerste kwartaal gekelderd van 97,8 naar 82 procent. Dit betekent dat het ABP slechts 82 cent in kas heeft voor elke euro aan pensioenverplichtingen.
De Nederlandsche Bank (DNB) meldde kort daarna dat het vermogen van alle Nederlandse pensioenfondsen bij elkaar in het eerste kwartaal met 111 miljard euro is gekrompen naar 1449 miljard euro. DNB becijferde ook dat de verplichtingen van de fondsen in dezelfde periode toenamen met 118 miljard euro naar 1618 miljard euro. ‘Beide ontwikkelingen hebben een negatief effect op de financiële positie van de fondsen’, aldus DNB.