De Inspectie van het Onderwijs zal niet actief nagaan of de wettelijke onderwijstijd door de komende regionale estafettestakingen in het primair onderwijs in het geding is. Daarmee stelt de inspectie zich hetzelfde op als tijdens de eerdere stakingen.
‘De lijn van de inspectie is niet veranderd’, zo laat een woordvoerder desgevraagd aan VOS/ABB weten naar aanleiding van deze eerdere tweets van de inspectie:
De inspectie zal niet actief nagaan of de wettelijke onderwijstijd door een staking in het geding is. De ervaring leert dat scholen in het algemeen ruim voldoende onderwijstijd geprogrammeerd 1/2
— Onderwijsinspectie (@onderwijsinsp) November 27, 2017
hebben, zodat verloren uren door een korte staking prima opgevangen kunnen worden.
Lees meer over #onderwijstijd op onze website:https://t.co/AzxTMq2KGc
^MM 2/2
— Onderwijsinspectie (@onderwijsinsp) November 27, 2017
De inspectie wijst erop dat gedurende acht schooljaren basisschoolleerlingen ten minste 7520 uren onderwijs moeten krijgen: in de eerste vier schooljaren ten minste 3520 uren en in de laatste vier schooljaren ten minste 3760 uren. ‘De verloren uren door een korte staking zal de gemiddelde school prima kunnen invullen op andere momenten gedurende de schooljaren’, zo herhaalt de woordvoerder de inhoud van bovenstaande tweets uit november vorig jaar.
Hij voegt hieraan toe dat als de inspectie signalen krijgt dat scholen te weinig onderwijstijd hebben geprogrammeerd, dat wordt nagerekend. ‘Mochten er inderdaad te weinig uren geprogrammeerd staan, dan vragen we de school hoe de gemiste tijd gecompenseerd gaat worden. Als we reden hebben om aan te nemen dat dat niet goed komt, geven we een schriftelijke herstelopdracht.’