Bestuurslid Ferdinand ter Haar van Stichting Fluvium voor openbaar primair onderwijs in de gemeenten Geldermalsen en Neerijnen noemt in een column die hij aan VOS/ABB heeft gestuurd, de komische televisieserie De Luizenmoeder een wake-up call voor het onderwijs.
Ter Haar schrijft in zijn scherpe column dat hij in de praktijk van het huidige onderwijs veel herkent van wat in de komische situaties in De Luizenmoeder voorbijkomt. De hilariteit en luchtigheid in de serie vindt hij een verademing. Mensen in het onderwijs zouden zichzelf te serieus nemen en geen humor hebben.
Tegelijkertijd noemt hij ‘de persiflage op ons prachtig vak’ zorgwekkend. ‘Blijkbaar kijkt de wereld om ons heen zo tegen ons aan’, aldus Ter Haar. ‘In tijden van grote maatschappelijke beroering, waarin we hemelen bestormen omdat we te hard moeten werken voor te weinig geld, zijn we in de ogen van de buitenwacht een lachertje geworden’, zo schrijft hij.
‘Op feestjes en partijen fluisteren we dat we in het onderwijs werken. We lachen ongemakkelijk om twaalf weken vakantie en moeten ons verdedigen tegen ongezouten oordelen en vooronderstellingen. Hoe kun je werkdruk beleven als je zoveel vakantie hebt? Weet je wel hoe zwaar het werk in de zorg is? In de bouw? Op straat? We knikken en hebben geen antwoord’, aldus Ter Haar. ‘We hebben ongewild beelden van onszelf gecreëerd van normatieve klagers, verstarde zeiksnorren en humorloze conformisten.’