Onderwijsminister Arie Slob zegt geen signalen te hebben dat havo’s vmbo-leerlingen enkel weigeren omdat scholen door de Inspectie van het Onderwijs negatief kunnen worden afgerekend op uitval.
Slob reageert op Kamervragen van de SP’er Peter Kwint en zijn collega Lisa Westerveld van GroenLinks. Hun vragen volgden op het bericht van de NOS dat op de ene school de helft van de vmbo’ers doorgaat naar havo en op de andere school geen één.
De minister erkent dat er wel havo’s zijn ‘die de zorg uitspreken dat de komst van vmbo-leerlingen zal leiden tot mindere leerresultaten en daarmee tot een mindere beoordeling door de inspectie’. Hij voegt daar echter aan toe dat wanneer een school veel vmbo-leerlingen vanuit de gemengde of de theoretische leerweg laat opstromen naar havo 4, de Inspectie van het Onderwijs daar dan rekening mee kan houden.
Slob benadrukt dat ‘het bieden van kansen om te stapelen moet voorop staan, aansluitend bij de mogelijkheden en de ambities van de leerlingen’. Daarbij is volgens hem een goede onderwijskwaliteit inclusief adequate ondersteuning cruciaal.